De bisschoppen van Utrecht voerden voortdurend oorlog, waardoor zij veel geld nodig hadden. Daarom verpandden zij aanvankelijk het landschap Drenthe en het kasteel van Coevorden aan de zogenoemde heren van Coevorden.
Frederik van Blankenheim
Wanneer Frederik van Blankenheim aantreedt als de nieuwe bisschop van Utrecht, wil hij Coevorden terugbrengen onder het directe gezag van het Bisdom. Hij stelt een ambtenaar aan, de drost, die optreedt als niet-erfelijke vertegenwoordiger van de bisschop in Drenthe.
Deze ambtenaar moest elk jaar verantwoording afleggen aan de bisschop, onder meer door het bijhouden van een inventarislijst van het kasteel van Coevorden. Hierdoor weten we nu dat het kasteel van Coevorden vroeger vier torens heeft gehad.
Kasteeltorens
Eén van deze torens was een poorttoren. Een andere toren keek uit richting het noorden over Drenthe, terwijl weer een andere toren uitzicht had op het zuiden richting Twente en Bentheim. De vierde toren aan de westkant, de Sallandse toren, keek uit in de richting van Zwolle. De poort onder deze toren heette de Zwolsepoort.
In de torens van het kasteel bevonden zich wapens en buskruit. Zo werd er gebruik gemaakt van loodbussen: dit zijn 14e-eeuwse handkanonnen, waarvan er zich ook één bevindt in de collectie van Stedelijk Museum Coevorden.